GOUWE OUWE nog eens uitgebracht: Richard Long

Reden om dit artikel over Richard Long, de aartsvader van het wandelen, nog eens te publiceren is de recente uitgave van het boek Wandellust van de eveneens enthousiaste wandelaar Twan Huys. Wandelen, vooral het lezen en schrijven erover, staat op dit moment sterk in de belangstelling.

______________________________________________________________________

De collectie nu (vervolg)

Richard Long: de poëzie van het landschap


Door: Piet van Bragt
Eerder uitgebracht: Journaal 75, juni 2016, 22e jaargang, nr. 2.

  













Portret Richard Long


















Sixty Stones (1975)



“In the nature of things: Art about mobility, lightness and freedom.
Simple creative acts of walking and marking
about place, locality, time, distance and measurement.
Works using raw materials and my human scale
in the reality of landscapes.” 
[1]


Richard Long

Veel  ideeën ontstaan tijdens het lopen of tijdens het rusten. Het landschap stopt de ideeën in je hoofd. Dat zegt Richard Long en hij is niet de enige . Ook de filosoof  Immanuel Kant wandelde elke middag op vaste tijden door zijn woonplaats Koningsbergen, Nietzsche beklom bergen en Montaigne ijsbeerde door zijn torenkamer. Bewegen verandert het perspectief en stimuleert het ordenen van gedachten en ervaringen. En voor William Kentridge is lopen, bewegen, zelfs essentieel voor zijn creativiteit. Rousseau schreef al, dat wij denken in het tempo van het lopen. Het ritme van het lopen schept de juiste condities om het landschap rondom ons te lezen.

Lopen
Lopen is een vorm van denken en denken is een vorm van lopen. Bewegen, en dus ook wandelen, is ervaring opdoen,  ervaringen die ons geheugen vormen en vullen. Want alles wat wij ervaren, bestaat en als wij dat niet in het geheugen zouden bewaren, zou het als water in een vergiet weglopen. Ervaringen  vormen ons handelen door het voortdurende samenspel met onze omgeving. Onderzoekers van de Universiteit van Pittsburgh toonden aan dat mensen die regelmatig een wandeling maken daarmee hun geheugen in topvorm brengen. Door de regelmatige beweging neemt de grootte van de hippocampus, het hersengebied dat verantwoordelijk is voor onze herinneringen, met ongeveer twee procent toe.[2]

Wandeling
En dus wandelt en loopt Richard Long. Vanuit zijn woonplaats Bristol of elders in de wereld. Het landschap waarin hij zich voortbeweegt, is zijn materiaal. Alles wat hij in het landschap kan ontdekken, elk voorwerp, elke steen , elke tak, werkelijk alle natuurlijke materialen zijn het bezit van zijn geest. Toch heeft Richard Long geen speciale reden om kunstwerken in het landschap te maken. Noch esthetisch, noch politiek. De enige reden is dat het kunstwerk er is omdat de kunstenaar het wil maken en de kunstenaar kunst maakt omdat hij een kunstenaar is.[3] Doordat Richard Long in beweging blijft, is beweging is voor hem immers essentieel. Zijn kunstwerken vormen een raster over de gehele wereld. Maar elk kunstwerk markeert voor hem het centrum van zijn wereld omdat hij daar was.

Natuur
Ogenschijnlijk lijkt het of het werk van Richard Long een terugkeer is naar de eigenlijke, natuurlijke en soms gevaarlijke natuur van weleer. Maar dat is ogenschijnlijk.  In werkelijkheid is hij, net als wij, een bewoner van de urbane en nerveuze westelijke wereld. Deze moderne wereld verschaft hem  de mogelijkheid die andere,  natuurlijke wereld te betreden. Moderne voorzieningen en transportmiddelen openen landschappen voor hem.  Natuurlijk  zou hij ook al zijn artistieke ingrepen in het landschap in de directe omgeving van zijn woonplaats kunnen doen. Maar waarom zoekt hij verre en desolate gebieden op? Is hij op zoek naar een vergrotende schaal of sfeer? Lijken zijn cirkels van steenbrokken die hij elders op aarde formeert dan niet op de cirkels die hij in het landschap van Dartmoor plaatst? Maar misschien is het de steeds veranderende sfeer en massaliteit van het onbekende omringende landschap die hem de intimiteit levert die men ook in de poëzie kan ontmoeten.

Basis, artistiek nulpunt als start
Richard Long (Bristol, 1945) bezoekt  de St. Martin's School of Art in Londen.  Hij krijgt daar onder andere les van Anthony Caro die hem liet zien dat de bodem waarop de academie rust de basis kan zijn waarop een kunstwerk kan rusten, een kunstwerk  dat gemaakt is van eenvoudige materialen als zand, klei en water.  Kunstwerken  kunnen betekenisvoller  zijn binnen die contrasterende  omringende stedelijke geometrie van muren en daken. Zijn studie biedt hem de mogelijkheid vanaf het nulpunt te beginnen. Alles wat vooraf was geleerd blijkt overbodig en nutteloos. Long grijpt deze kans en hij benut de mogelijkheid om vanuit dit artistiek vacuüm te starten. De atmosfeer die in de academie aanwezig is, past bij hem en inspireert hem om zijn uitzonderlijke vormen en ideeën te concretiseren.  Evenals zijn medestudenten Barry Flannagan en Gilbert & George heeft hij geen echte behoefte aan discussies over de toekomst van de kunst en hun eigen kunst. Samen werken zij voornamelijk direct vanuit de ideeën die hen bezig houden, zonder zich te bekommeren om een mogelijk toekomstperspectief van hun kunst. Dus  maakt Richard Long zich al tijdens zijn studie los van de kunst die in het verleden door anderen gemaakt is.  Opmerkelijk, want dan is hij twintig jaar oud en heeft hij al zijn stijl gevonden. Rudi Fuchs vergelijkt dit proces met het ontstaan van het Zwarte Vierkant van Malevich. Ook dit werk verwerpt elke voorgeschiedenis. Het was er ineens.  Een zelfde proces zien we bij Long. [4]

Atelier: bewogen beweging
Dus is het atelier van Richard Long immens. Het is zo groot als de hele aarde.  Overal zijn er plekken waar hij zijn fysieke sporen achterlaat die soms zichtbaar blijven, maar die meestal vanzelf oplossen onder invloed van natuurlijke gebeurtenissen.  Zijn sporen zijn de takken die hij ter plaatse vindt, losse stenen of zijn voetstappen in het gras. Voor de vorm die hij kiest is het landschap meestal zijn inspiratiebron. Een vorm ontstaat bij hem door de voortbeweging.  De vorm van het land, de aarde, wordt metgezel bij de creatie. En zijn vormen zijn abstract. Het zijn cirkels, rechthoeken, kruisen, zigzag lijnen of rechte lijnen. Veelal wordt die vorm bepaald door de gebeurtenis van het moment. Een cirkel duidt bijna altijd op een korte verblijfplaats , een zigzag lijn of rechte lijn op manieren van voortbewegen.  Prehistorische vormen die hij ontmoet kunnen daarmee corresponderen. Aarde, gras, steen, licht, de vorm van de lijn, de wandeling wordt de norm voor al zijn kunstwerken. Want een mens is gekoppeld aan zijn omgeving, aan de aarde waarop hij leeft. Dat betekent dat aspecten die in de omgeving waardevol  zijn voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de levenswijze en geschiedenis van de kunstenaar als individu.

Tijd en beweging
Tijd als element van zijn kunst betekent voor hem dat de geschiedenis nooit permanent is. Steeds verandert het heden.  Langzaam. Als een proces van erosie. Maar dat proces verandert soms ineens wanneer het kunstwerk in de wereld verschijnt. Het kunstwerk triomfeert over de tijd, men staat even stil, men krijgt tijd om terug te kijken voor reflectie. Daarom kosten al zijn wandelingen tijd, een tijdsduur die essentieel is.  De tocht die hij maakt markeert hij op een kaart. Afstanden, plaatsen en tijden vindt men terug in de titels die hij aan zijn werken geeft, zoals 'A 626 Mile Walk in 20 Days'.  Zonder documentatie is zijn werk verdwenen.  Ten slotte zijn de kaarten waarop hij zijn wandelingen intekent uiteindelijk de authentieke kunstwerken. Net zoals zijn foto's. Want al zijn werken fotografeert hij. De vergankelijkheid en soms de onbereikbaarheid van zijn werk maakt de fotografie noodzakelijk. Eigenlijk is dat een vreemde ontwikkeling. Net in een tijd dat de kunst het museum wil verlaten, kiest men toch voor het platform van de musea. Feitelijk zijn al deze foto's en documenten die hij in galerieën en musea toont, fragmenten van zijn herinnering aan de oorspronkelijke sculpturen.  Beschouw ze slechts als een weergave van de sfeer en poëzie die hij in het landschap heeft aangetroffen, beschouw ze als dubbelgangers van de werken die hij in eenzaamheid heeft gemaakt.

Sixty Stones, 1975
In het Van Abbemuseum ligt een zigzaglijn van steenbrokken op de vloer. Daarboven hangt het onheil voorspellende landschap van Anselm Kiefer. Deze kunstwerken vragen om een persoonlijke bespiegeling. Want elk werk refereert aan iets in het geheugen, maakt bij de aandachtige toeschouwer iets los. Bij Kiefer is dat duister en aan de plaats vastgeklonken. Maar de liggende zigzaggende lijn van Long nodigt uit om verder te gaan, om daar niet te blijven, voorbij de museumwand te gaan, om herinneringen aan vrijheid, natuur en oerkracht een nieuwe kans te geven. Ook poëzie.


[1] R.H. Fuchs, Richard Long, New York 1986
[2] Kirk I. Erickson ea.,  Exercise training increases size of hippocampus and improves memory,  Proceeding s of the National Academy of Science, 2011
[3] R.H. Fuchs, Richard Long, New York 1986, pag. 43

[4] ibid, pag. 44

Reacties

Populaire posts van deze blog