In de collectie:

El Lissitzky, typografische feiten


door: Piet van Bragt


De Rus El Lissitzky was een van de voorvechters van de Russische avant-garde in het begin van de twintigste eeuw. Lissitzky kan men een totaalkunstenaar noemen. Hij bewoog zich op allerlei terreinen en gaf zijn ideeën op velerlei wijze vorm. Voor veel kunstenaars was hij de bemiddelaar tussen elkaar beconcurrerende tendensen en kunstopvattingen. Hij was de permanente zoeker naar de allesomvattende synthese die zou bijdragen aan het tot stand komen van een betere wereld. Kortom, hij was een utopisch kunstenaar die zich volledig in dienst stelde van het streven naar een realiteit. Maar een realiteit die waarschijnlijk nooit tot stand kon komen.

In het jaar 1925 verschijnt een artikel van zijn hand in het Gutenberger Festschrift.  Het is getiteld: Typographische Tatsachen. In nauwelijks anderhalve pagina geeft hij in een aantal statements zijn ideeën prijs over typografie. Vooral het begin is prachtig:

 ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZUm ihreGedankenschriftlichmitzuteilenbrauchenSienurbestimmteKombinationenausdiesenZeichenzubildenundsieununterbrochenaneinanderzuketten.

Aber, - NEIN.

Hierna ontwikkelt hij puntsgewijs als een constructeur een strak logisch geordend betoog over het wezen van de typografie. Allereerst vergelijkt hij de spraak met de typografie en hij verklaart dat spreken meer is dan een akoestische golfbeweging, net zoals typografie meer is dan een optische golfbeweging. Het passieve ongearticuleerde letterbeeld moet in een actief gearticuleerd beeld veranderen. De geest van de levendige spraak moet worden opgeschreven. Omdat de dag slechts 24 uur heeft, is de tijd om gedachten uit te spreken te krap en kan de typografie daaraan scherper vorm geven. Door gedachten typografisch vorm te geven, winnen we de benodigde tijd. Lezers willen heldere beelden voor ogen krijgen, die slechts uit eenduidige elementen moeten zijn samengesteld: de horizontale richting, de verticale, de diagonale en het cirkelvormige. Dat zijn de elementaire basisrichtingen in het vlak. De horizontale en de verticale richting geven rust. Diagonale lijnen en boogsegmenten  zijn dynamisch. De hoogdruk als typografische techniek behoort tot het verleden. De toekomst is aan diepdruk en alle fotomechanische technieken. De typografie geeft structuur aan het beeld op de pagina. Reclame en moderne dichtkunst zijn de gebieden waarin de nieuwe typografie ontstaat. De lezer eist van de schrijver dat hij zijn teksten goed vormgeeft, want gedachten komen binnen door de ogen, niet door de oren. Hij eindigt met: “Daarom moet de typografische vorm door uw optiek dàt doen wat de stem en het gebaar van de spreker doet om zijn gedachten kenbaar te maken.

Teyashim 1922

Historische ontwikkeling

In het Gutenberger-Jahrbuch van 1926/27 werkt hij vooral de historische context verder uit. Hij begint met op te merken dat iedere vinding in de kunst eenmalig is. Zodra het hoogtepunt is bereikt, is alles wat daarop volgt van mindere kwaliteit. De zintuigen ervaren dan een automatisme en reageren niet meer, totdat  de tijd voor een nieuwe vinding rijp is. De techniek en vorm van de boekdrukkunst zoals door Gutenberg ontwikkeld, evolueerde vervolgens nauwelijks. Maar zodra de fotografie ontdekt wordt is het tijd voor een nieuwe artistieke en technische visie op de drukkunst. Daarbij treedt een proces van dematerialisering op. De voorheen overvloedige hoeveelheid materiaal om ideeën te reproduceren wordt verkleind. De lichtdruktechniek bespaart liters verf en zetmateriaal. Telefonie en radio verdringen de trage materiële massa  en vervangen die door ontspannen energie. Nieuwe technieken openen wegen voor kunstenaars en maken ruim baan voor een nieuwe vormgeving. De fotomontage en de typomontage leveren een ontwerp op waarin woord en beeld elkaar op een nieuwe wijze ondersteunen. Uiteindelijk zal het medium film als beeldmiddel alle andere vormen overbodig kunnen maken. Maar hij eindigt met de verzuchting dat ondanks alle nieuwe technieken de boekengletsjer toch nog elk jaar groeit. Dit is een overgangstijd waarin de hegemonie van het geïllustreerde tijdschrift te verklaren is. Maar de kinderen groeien nu op met boeken met een beeldrijke taal, ze groeien op met een andere relatie tot de wereld, met andere beelden en kleuren, waardoor zij later zeker een totaal ander boek zullen aanschaffen.


1923: wat is goede typografie?

Waarschijnlijk maakte Lissitzky in 1923 zijn laatste schilderij. Zijn beeldtaal  had in de loop der jaren zijn complexiteit verloren en de beeldende vormen wonnen nu in helderheid en eenvoud wat ook zijn typografische werk ten goede kwam. Zijn onderliggende basisfilosofie was dat het typografische beeld voor de lezer moet betekenen wat stem en gebaar voor de luisteraar is. In Merz 4 in het jaar 1923 vat hij samen wat goede typografie inhoudt. Je maakt hier kennis met zijn eerste ideeën over goede typografie. Twee stellingen vallen op. Het boek moet cinematografische kwaliteiten bezitten, omdat de pagina’s een doorlopende reeks kunnen vormen. Later komt hij daar indirect op terug door een toekomstvisie te etaleren waarin hij vermoedt dat het medium film tot belangrijkste communicatiemedium zal uitgroeien. Zijn tweede stelling is dat de schrijver van de toekomst inktpot en ganzenveer moet afzweren, omdat andere, nieuwe technieken voorhanden zijn.

In de loop der jaren ontwerpt Lissitzy talrijke uitgaven. Boeken, affiches, ontwerpen voor tentoonstellingen rijgen zich aaneen. Een opvallende serie ontwerpen maakte hij voor de firma Pelikan. In 1923 werd hij ernstig ziek: tuberculose. Voor behandeling ging hij naar Zwitserland. In de periode dat hij herstellende was, werkte hij voor de firma Pelikan. Pelikan was gevestigd in Hannover en produceerde kantoorbenodigdheden. Voor de niet commerciële Lissitzky moet dat een onthutsende ervaring geweest zijn. Waarschijnlijk werd hij door Kurt Schwitters die in Hannover woonde, bij de firma geïntroduceerd. Hij gebruikte in zijn ontwerpen nieuwe typografische technieken en paste ruimtelijke Proun-ideeën toe. Dynamische effecten verkreeg hij door de diagonale plaatsing van de hoofdletter P van Pelikan in een samenspel van optische effecten. Ook maakte hij opnieuw gebruik van elementen uit zijn fotomontage De Constructeur uit 1924, waarvan hij de hand met Pelikan tekeninkt en passer in een advertentie gebruikt.

In 1928 krijgt hij de opdracht om het Sovjet paviljoen op de internationale perstentoonstelling in Keulen vorm te geven, de Press-tentoonstelling. Op muren en diagonale banden bracht hij grote foto’s aan en gebruikte nadrukkelijk letters in alle mogelijke groottes. Het Sovjet paviljoen werd getransformeerd tot een gigantisch geïllustreerd boek.


Lissitzky is zijn leven lang een voorstander en propagandist van het Sovjet-communisme geweest. Consequent bleef hij meewerken aan een systeem dat hij als ideaal had gezien. Misschien is hij de laatste jaren zich bewust geworden van het dilemma dat zijn creativiteit geen aansluiting meer vond in de collectieve creativiteit van de samenleving. Zijn vormgeving kan men blijven zien als de materialisering van zijn principes.


Interessant is de volgende film die men op YouTube kan bekijken:






Reacties

Populaire posts van deze blog