El Lissitzky, vier nieuwe werken voor het van Abbemuseum.

 

 door Piet van Bragt

El Lissitzky, Zelfportret, brief aan Sophie Küppers, 1923



Als Paul Küppers, filosoof en kunstcriticus  op 7 januari 1922  op zijn drieëndertigste verjaardag sterft, laat hij zijn vrouw Sophie en hun twee zonen Kurt en Hans achter. Het gezin Küppers is redelijk welgesteld, maar zeker niet rijk. Sophie erft een goed gemeubileerd huis en een fraaie collectie schilderijen van avant-garde kunstenaars.  Daarnaast erft ze het “Kestner Gesellschaft”, een stichting van haar man Paul met als doel avant-garde kunstenaars te helpen en te promoten.

Voordat zij El Lissitzky ontmoet heeft ze al kennis gemaakt met zijn werk. In oktober 1922 wordt in Galerie van Diemen in Berlijn voor het eerst een expositie geopend van jonge Sovjetkunstenaars. Eén van de exposanten is El Lissitzky. Na de dood van haar man blijft zij geïnteresseerd in het werk van de avant-garde en gaat zij naar de opening. De indruk die de tentoonstelling op haar maakt is zo sterk dat die haar hele leven verandert. Ze schrijft later: “Het was alsof de geluiden van een ongewoon optisch concert donderend op mij neerkwamen, de harmonie van de contrasten fascineerden mijn ogen. Hier kwam de vreugde van de kleuren in botsing met de koelte van de ijzeren constructies. De “Proun” van Lissitzky maakte de meeste indruk van alles op mij in dit veelzijdig overzicht”.

Brief aan Sophie Küppers, 1923



Enkele maanden later ontmoet ze Lissitzky als een groep avant-garde kunstenaars onder leiding van Kurt Schwitters het Kestner Gesellschaft bezoekt.  Twee maanden later organiseert zij een tentoonstelling van hem in het Kestner Gesellschaft. Vanaf dat moment begint een langdurige en hartstochtelijke correspondentie. Zij volgt al zijn activiteiten in Europa. Lissitzky schrijft haar over zijn lichamelijke gebreken als hij wordt opgenomen in een kliniek omdat hij aan tuberculose lijdt. De ziekte veroordeelt hem tot het bed en tot inactiviteit. De toon in zijn brieven aan Sophie is niet dramatisch, eerder is sprake van ironie. Na enige tijd klinkt in hun brieven door dat tussen hen meer dan vriendschap mogelijk is. Uiteindelijk, na zijn genezing, trouwen ze in Moskou. Het is dan 1927.

 Lissitzky ontwikkelt zich in de invloedrijke denktank van het suprematisme. Hij ontwerpt zijn eigen stijl die hij “Proun’’ noemt. De betekenis is altijd enigszins onduidelijk gebleven. Mogelijk is het een samenvoeging van “proekt unovisia (“architectuur ontwerp van UNOVIS”), of “proekt utverzhdenya novoga”, wat betekent: ”ontwerp voor de bevestiging van het nieuwe”. Later zegt hij zelf dat dit ”het stadium is waarin iemand omzwaait van schilderkunst naar architectuur”. Dit geometrische en constructieve werk exposeert hij in Berlijn als Sophie Küppers komt kijken.

 

El lissitzky, Zelfportret met samovar, 1923

En dan zijn er de drie tekeningen die het van Abbemuseum geschonken heeft gekregen van zijn promotors. Drie prachtige tekeningen van hem, op zijn ziekbed in Zwitserland,  die hij samen met zijn brieven naar Sophie stuurt. Drie tekeningen vol ironie en menselijkheid. Drie schetsen waarin hij met humor zijn eigen situatie relativeert: als  “Affe van Palermo” balanceert hij tekenend en fotograferend op een speelgoedtrein, als tuberculosepatiënt geeft hij zijn longen verlichting met een samovar en in een zelfportret zweeft hij verbonden met een dunne lijn aan een pomp door de lucht. Dus geen “Proun”, maar een vrolijke schets!

El lissitzky, straatversieringen 1921

Het vierde kunstwerk is getiteld: “Proun, ontwerp straatversieringen uit 1921. Gouache op papier.” Daar zien we Lissitzky zoals we hem kennen, als ontwerper, constructeur, typograaf en architect.

De stichting Promotors Van Abbemuseum heeft door deze schenking de Lissitzky-collectie uitgebreid en er een ander genuanceerd menselijk gezicht aan gegeven.


Reacties

Populaire posts van deze blog