KIND
1952
Karel Appel
olieverf op doek
63,1 x 53,5 x 2,7 cm (incl. lijst)
Collectie Van Abbemuseum
Een
bespiegeling: Het kind in de mens
door
Lisette Almering
‘Ik rotzooi maar een beetje an. (…) Ik leg het er tegenwoordig flink dik op, ik smijt de verf er met kwasten en plamuurmessen en blote handen tegenaan, ik gooi d'r soms hele potten tegelijk op’, dit zijn gevleugelde uitspraken van schilder en beeldhouwer Karel Appel (1921-2006). Het werkwoord ‘aanappelen’ was hiermee geboren en betekent ‘onverschillig werken, werken met willekeur’, zo vermeldt het eponiemenwoordenboek. Appel koos zijn gereedschap en verf echter heel zorgvuldig. Met bovenstaande uitspraken zette hij zich vooral af tegen zogenaamde ‘intellectuele verhalen’ over beeldende kunst.
Het kind
Ons museum bezit diverse kunstwerken van deze Nederlandse
expressionist. Het schilderij Kind uit 1952 is één van de resultaten van
zijn voor die tijd opmerkzame werkwijze. Een kind, in felle kleuren en met een
impasto toets neergezet, kijkt ons aan, roept iets of groet ons met opgestoken
hand en met een frisse blos op de wangen. Het kind speelt, wellicht buiten.
Mogelijk verschuilt een kameraadje zich achter dit kind en spelen ze samen.
Appel schilderde dit kind in de jaren vijftig, voorspoedige jaren in Nederland.
Na 1945 beleefden wij een herstelperiode. Met hulp o.a. via het Marshallplan
(tussen 1948-1954) werd Nederland heropgebouwd. Nederlanders zagen de toekomst
weer met optimisme tegemoet. Dit uitte zich onder andere in een geboortegolf.
Menige vriend van onze vereniging is in die periode geboren en herkent mogelijk
dit blije kind, die onbezorgde jeugd. Uit het kleurrijke schilderij Kind van
Karel Appel straalt dat optimisme. Karel Appel, Mens en dieren, 1949
Collectie SMA
Heel anders ziet het kind er uit op zijn serie
beschilderde reliëfs gemaakt van afvalhout tussen 1948 en 1949 en getiteld Vragende
kinderen. Met als ondergrond houten planken, timmerde Appel houten blokjes
en schilderde daarop met stippen en lijnen sombere gezichten. Een treinreis
door Duitsland vlak na 1945 inspireerde hem voor dit werk. Hij zag op stations
arme en vermagerde kinderen bedelen om geld en eten. Hun lot wilde hij in
primaire vormen vastleggen met intense kleuren, eenvoudige, kinderlijke vormen
en ruwe materialen. Appel deed een appèl op de kijker; deze kinderen vol
overlevingsdrang zochten wanhopig hun weg in een merendeels verwoest en
verslagen land. Wat kunnen wij voor ze doen?
Wanneer de kunstenaar een soortgelijke wandschildering maakt in de kantine van
het stadhuis van Amsterdam, ontstaat er een rel. De grote, vragende ogen van de
kinderen waren té confronterend voor ambtenaren die in de kantine pauzeerden.
Er kwam een wand voor die men pas in 1959 verwijderde. Karel Appel was intussen
een bekende kunstenaar en behoorde tot de CoBrA-groep.
CoBrA-groep
De alom bekende CoBrA-groep,
een avant-gardebeweging van kunstenaars uit Denemarken, België en Nederland,
werd opgericht op 8 november 1948 in Parijs. Men koos het Frans als voertaal.
De naam CoBrA is een acroniem van de hoofdsteden waar de oprichtende leden
vandaan komen: Copenhague, Brussel en Amsterdam. De groep, met als schilderende
leden P. Alechinsky, A. Jorn, C. Henning Pedersen, K. Appel, Constant,
Corneille en U. Vallman, werd de belangrijkste internationale
avant-gardebeweging in de kunst van Europa direct na de Tweede Wereldoorlog.
Deze kunstenaars trachtten in hun werk een vrije, spontane uitdrukkingswijze te
bereiken. Zij raakten vooral geinspireerd door tekeningen en schilderijen van
kinderen en geesteszieken. Ook hun eigen handschrift als individuele uiting telde
mee. Schilders als Pablo Picasso, Paul Klee, Joan Miró en Wassily Kandinsky beschouwden
ze als hun grote voorgangers in de moderne kunst. Karel Appel was één van de
Nederlandse oprichters van deze groep.
Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam tussen 1945-1963,
zei over deze kunstenaarsgroep: ‘Het was toch vanzelfsprekend, dat er nadat we
zo lang onder de druk van de bezetting zaten, iets losbarstte. …. Dan is het
toch vanzelfsprekend, dat deze hele tijd gekenmerkt wordt door een uitbarsting
van kleur en vorm!’
De CoBrA-groep bleef bestaan tot september 1951.
Ondanks de korte tijdspanne oefende de groep grote invloed uit op de moderne
kunst en nog steeds inspireert de groep de internationale kunstwereld.
Het kind nu
In onze tijd hoeft menig kind
niets te kort te komen. Zeker in ons deel van de wereld, ontbreekt het hen
‘nergens’ aan, dachten wij niet zo lang geleden. De huidige pandemie gooit
echter wel veel in hun leven overhoop. Berichten in kranten over kinderen die
nu opgroeien, zijn niet mis te verstaan. Wat doen al die vrijheidsbeperkende
maatregelen met hun leefstijl? 20% boekt minder vooruitgang op school, er zijn
60-70% meer aanmeldingen voor jeugdpsychiatrie, er is 2,6% meer
kindermishandeling; 75% van de kinderen beweegt minder, slechts 20% van de
kinderen haalt de norm van 1 uur per dag bewegen met als gevolg toename van (over)gewicht
bij 20% van de kinderen… En wat zeggen kinderen zelf? 5% heeft meer
slaapproblemen, 7% is vaker boos, 10% is sneller somber, 15% heeft meer
angstklachten (voorheen 7%)… Dit zijn harde cijfers, dit zijn de ‘vragende
kinderen’ van nu, vragend om begrip, liefde, steun, een veilige thuishaven, oplossingen
en perspectief. Het is aan ons volwassenen om hen dat te bieden ondanks de lastige
situatie van vandaag.
Zou er ook iets losbarsten in kleur en vorm bij kunstenaars uit deze jonge
generatie wanneer wij de pandemie achter ons kunnen laten? Vaak zit dat spelende
kind verborgen in ieder mens … Hopelijk worden de kinderen van nu straks weer zoals
het blije kind op dat kleurrijke doek uit 1952 van Karel Appel want ‘wat er ook
speelt in een land, laat het vooral de kinderen zijn!’ (Loesje)
Reacties
Een reactie posten