LEHRENDER CHRIST

1931

Ernst Barlach

brons

87,5 x 40,3 x 36,4 cm

Collectie Van Abbemuseum

 

Een bespiegeling: troostrijke kunst

door Lisette Almering

Barlach-Engel in de Antoniterkirche te Keulen


  

Ernst Barlach (1870-1938)

‘Kunst ist eine Sache allertiefster Menschlichkeit…’, is een uitspraak van de veelzijdige, Duitse, expressionistische kunstenaar Ernst Barlach. Hij studeerde in Dresden, Parijs en Florence en bracht geruime tijd door in Rusland. Beeldenhouwen, schilderen, tekenen en schrijven dat deed hij een leven lang. Zijn voorkeur ging uit naar beeldhouwen. ‘Als Bildhauer muss mir von den drei Arten auf welche man das Leben und Treiben der Menschen abkonterfeit, der Plastik, dem Malen und Zeichnen und der Erzählung, die erste natürlich am geläufigsten und liebsten sein …’ meende hij al op 19-jarige leeftijd.
Sinds 1910 woonde hij in Güstrow, Mecklenburg. In zijn woonhuis/atelier gelegen aan de Inselsee, schiep hij zijn belangrijkste werken. Barlach maakte diverse herdenkings- en oorlogsmonumenten; één ervan komt verderop ter sprake: Der Schwebende (1927), een bronzen sculptuur bedoeld voor de kathedraal van Güstrow. Ons museum bezit de bronzen sculptuur Der Lehrender Christ (1931), thans tentoongesteld op zaal. Het is te beschouwen als een tijdloos en troostrijk kunstwerk.



Lehrender Christ

We zien een zittende, enigszins gestileerde Christusfiguur in een sterk gesloten vorm; alleen de handen steken iets uit. Zijn kleding vertoont enkele plooien, maar lichaamsvormen zijn nauwelijks herkenbaar. Zetel en kleding vormen één geheel. Het haar en de baard zijn in enkele grove lokken weergegeven. De ogen zijn open, maar iris en pupil ontbreken. Ook zijn mond is open alsof hij ons toespreekt. Zijn handpalmen zijn naar boven gekeerd.
Deze sculptuur roept diverse vragen op: lerende Christus, wat wil hij ons leren? Profileert een leraar zich zo? Hij heeft lege handen, geen boek of programma, geen strenge blik of belerende wijsvinger. Hoe wil hij ons onderwijzen en wat? Wat zegt zijn houding?
Dit beeld refereert aan de Bijbelse passage ‘Laat de kinderen tot mij komen’, een bemoedigende Bijbeltekst (Marcus 10:13-31). Toch kan het ook beschouwd worden als een algemeen troostrijk beeld. De figuur overtuigt door zijn eenvoud, verrast met zijn open armen, toont zijn open handen, spreekt ons aan, spreekt ons als het ware toe, stelt zich open voor de ander en nodigt iedereen uit zijn of haar zorgen met hem te ‘delen’. Dat is mogelijk de les van dit beeldhouwwerk én het toont een verlangen dat nu ook leeft.

Kunst als zielsuitdrukking

In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog verwerkte Barlach vaker diverse religieuze motieven. Zijn beelden kregen een sterke, emotionele lading omdat de kunstenaar koos voor de uitbeelding van de angsten en het lijden van de minderbedeelde mens, zoals boeren, arbeiders of bedelaars, in het Duitsland voor en tijdens die oorlog. Via dergelijke thema’s gaf hij een verlangen naar verlossing weer. Zijn eigenzinnige weergave van de figuren schraagt het emotionele karakter van het werk. Doordat kleding zijn figuren vrijwel geheel omhult, wordt eerder hun emotie benadrukt dan hun lichamelijkheid. De verhullende kleding maakt Barlachs beelden tevens compact. Kortom: Barlach gebruikte de kunst als zielsuitdrukking.
Barlach werkte graag met hout. Het werd zelfs zijn favoriete materiaal; hij ‘dacht’ in hout. Dat zien we ook aan de Lehrender Christ. Zijn weergave van zowel het haar, als de baard vertoont overeenkomst met gutsen in hout.


Troostrijk

Uitbeeldingen van angst en lijden komen vooral tot uitdrukking in monumenten ter herinnering aan een oorlog. Boven een cenotaaf uit 1927 in de zijbeuk van de dom van Güstrow treffen we een bijzonder monument voor de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog aan van Barlachs hand, een bronzen figuur, Der Schwebende. Het is een zwevend figuur, horizontaal met de buik naar onderen gericht. De zwevende is eenvoudig gekleed, barrevoets en houdt de armen in wijde mouwen gekruist voor de borst, waarbij de handpalmen voor op de schouders liggen. Het hoofd is strak naar voren gericht, de ogen zijn geloken, de mond gesloten. Het gezicht is sereen. De gestrekte voeten suggereren beweging, alsof de figuur zich heeft afgezet, traag zweeft, eindeloos.
Het lijkt een heroïsche engel of is het een mens want de vleugels ontbreken? Het gezicht van Käte Kollwitz (1867-1945), een kunstenares waarmee Barlach bevriend was, is herkenbaar. Zij verloor een zoon in de Eerste Wereldoorlog. Barlach beweerde echter dat hij haar gezicht niet bewust afbeeldde. ‘Ich hatte es mir nicht vorgenommen. Hätte ich sowas gewollt, wäre es wahrscheinlicht missglückt’, aldus Barlach.
Het samenspel van licht, schaduw en schemering in de kapel veroorzaakt door de fraaie ramen (speciaal vanwege het kunstwerk aangebracht), creëert een sfeer van verstilling, van verinnerlijking.
‘Für mich hat während des Krieges die Zeit still gestanden. Sie war in nichts anderes einfugbar. Sie schwebte. Von diesem Gefühl wollte ich in dieser im Leere schwebenden Schicksalsgestalt etwas wiedergeben’, volgens Barlach.
Er bestaat veel literatuur over dit indrukwekkende beeld. Men schrijft o.a. ‘Al het ongehoorde en afschuwelijke van de oorlog is gezien, is opgeslagen achter de gesloten ogen en wordt herdacht. Tevens verwijst het beeld naar een andere wereld, een wereld waarin wij verder moeten. De beweging ernaartoe is al ingezet. De tijd kan helend haar werk doen en het leed zal langzaam maar zeker tot het verleden gaan behoren.’ Net als bij het beeld uit ons museum hebben we hier te maken met een troostrijk beeld.
 
Barlachs engel werd in 1937 beschouwd als ‘entartete Kunst’ en verwijderd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het omgesmolten en het brons gebruikt voor de vervaardiging van wapens. Eerder, in 1939, hadden vrienden van Barlach er in het geheim een afgietsel van gemaakt. De kopie van het origineel hangt in de Antoniterkirche te Keulen, in welke kerk sinds 2014 ook de Lehrender Christ te vinden is. Op basis van het model uit Keulen is de huidige engel voor de kerk in Güstrow gemaakt. Inmiddels heeft de engel al een tweede, gruwelijke oorlog overleefd en hangt daar zwevend, licht en zwaar tegelijk, als een teken van hoop.

Ernst Barlach, dichter

Die Stunden (1897)

Wir reiten, wir reiten,
Wie haben nicht Rast,
Wir reiten und schnauben Stunden!
Wir leben und leiden.
Zum Ziel! Am Ziel
Erst sind wir des Laufes entbunden
Der rasende Stunden
Im wilden Gewühl.
Wir lebensvertrauten Genossen,
Wir reiten zusammen zur Todesrast
Auf nimmer ermüdenden Rossen.

De tijd beschreven in dit gedicht van Barlach is voor ons heel herkenbaar. Het gaat echter over een andere tijd en over een andere wereld, over onze woelige wereld vòòr de pandemie, een wereld die voortraast met amper tijd voor bezinning. Als deze lastige maanden ook iets goeds brengen, is het wel de tijd die wij nu hebben voor reflectie. Kunst kan daarbij helpen; dat is in het verleden al bewezen. De wereld zal er mogelijk in de toekomst anders uit zien en de kunst wellicht eveneens. Wij zijn benieuwd …!?

 

Reacties

Populaire posts van deze blog