Overweldigd
door schoonheid.
door Piet van Bragt
Olympia, timpaan van de tempel van Zeus |
Stendhal |
Tot ik de column van Bianca Stigter in haar bundel Per ongeluk Expres las over haar ervaring met haar liefde voor Monet. Daar las ik voor het eerst wat het Stendhal- syndroom betekende. De 19e eeuwse auteur Henri-Marie Beyle (1783-1842), bekend onder het pseudoniem 'Stendhal', beschrijft hoe hij als 34 jarige in de Santa Croce kathedraal in Florence de fresco's van Giotto zag wat een overdreven sterke emotionele impuls opleverde.
‘Ik raakte in extase door het idee dat ik in Florence was, vlakbij de
grote meesters wier praalgraven ik had gezien. Verzonken in de overpeinzing van
sublieme schoonheid, bereikte ik het emotionele punt waarop men hemelse
gewaarwordingen ervaart. Toen ik de Santa Croce verliet, had ik hartkloppingen.
Het leven vloeide uit me weg. Ik liep, maar was bang dat ik zou vallen.’
Stendhal was niet de enige die slachtoffer van het
syndroom werd. Nadat Stendhal over zijn
ervaring schreef bleken er honderden mensen te zijn die dezelfde ervaringen
ondervonden. Vooral in de de Galeria degli Uffizi in Florence registreerde men veel bezoekers die leden aan de door hen genoemde
'Toeristenziekte'. In 1979 vond de Italiaanse psychiater Dr. Graziella
Magherini van het Santa Maria Nuova-ziekenhuis in Florence het opmerkelijk dat vooral in
Florence dit verschijnsel zichtbaar was, symptomen van onder andere tijdelijke
paniekaanvallen en schijnbare waanzin die soms twee of drie dagen duurde. Ze
las toevallig het verslag van Stendhal en besloot dit syndroom naar hem te
vernoemen. Tussen 1977 en 1986 nam zij 106 gelijksoortige gevallen op in haar
ziekenhuis. Hieronder waren veel
Amerikanen die na het visuele contact met beroemde schilderijen of sculpturen hevig
geëmotioneerd werden. Angst en psychotische stoornissen die bij de slachtoffers
zichtbaar werden konden volgens haar terug geleid worden tot 'een latente mentale of psychiatrische
stoornis die zich manifesteert als een reactie op schilderijen van veldslagen
of andere meesterwerken.'
In 2009 beschreef Dr. Timothy Nicholson in het
British Medical Journal Cas Reports
de paranoïde psychose van een 72 jarige na een bezoek aan Florence.
“Terwijl
hij op de Ponte Vecchio-brug stond, het deel van Florence dat hij het meest
graag wilde bezoeken, kreeg hij een paniekaanval en werd ook waargenomen dat
hij na verloop van tijd gedesoriënteerd raakte. Dit duurde enkele minuten en
werd gevolgd door bloemrijke ideeën over vervolging, waarbij hij werd gevolgd
door internationale luchtvaartmaatschappijen, het afluisteren van zijn
hotelkamer en meerdere referentie-ideeën. Deze symptomen verdwenen geleidelijk
in de loop van de volgende 3 weken ".
Hans Holbein, Het lichaam van de dode Christus |
De Braziliaanse
neuropsycholoog Edson Amâncio
onderzocht de literaire werken van Fjodor Dostojevski en emotie van schrijver viel hem op in het fragment waarin Dostojevski het schilderij van de dode
Christus van Hans Holbein beschreef. Amâncio beweerde dat er bewijs bestond dat ook
Dostojevski aan het Stendhalsyndroom leed.
Momenteel vindt in Italië een verder onderzoek
plaats waarin bezoekers van het Palazzo
Medici Riccardi in Florence systematisch worden onderzocht door hun hartslag,
bloeddruk en ademhalingsfrequentie te registreren.
Grappig is echter het tegenovergestelde effect dat
de Amerikaanse blogger John Perreault beschrijft: het MoMAsyndroom. Hij schrijft over
het teleurstellende effect dat bezoekers in het MoMA ervaren als zij bekende kunstwerken
die zij alleen van reproducties kennen in het echt zien. Zij bemerken dat die
werken dan ontzettend tegenvallen, omdat ze groter, kleiner, minder glanzend,
minder glad zijn en ook niet zo goed zichtbaar zijn omdat er altijd veel mensen
voor staan.
De laatste maal dat in het van Abbemuseum het grote doek Schüttbild van Hermann Nitsch werd
getoond kwam ik in gesprek met een bezoekster die sterk geëmotioneerd op het
kunstwerk reageerde. Hoe kan een schilderij vroeg zij zich af, dat
niet meer laat zien dan een grote uiteenspattende rode verfvlek op ruwe jute,
zo indringend zijn? Is het de actie die uit het werk straalt? Of laat het
iets zien van onderliggende aanwezige emoties die iedereen heeft maar die niet
direct met name te duiden zijn? En activeert die impliciete emotie bij de
kijker een zelfde emotionele ervaring?
Kunst blijkt niet zomaar te definiëren als iets rationeels
dat slechts aan een spijker aan de muur hangt, zoals een criticus ergens
zegt. Kunst kan een dermate grote emotionele kracht zijn dat eventuele latente
psychische patronen geactiveerd worden die tot het beschreven Stendhalsyndroom
kunnen leiden. Mijn eigen ervaring in
Olympia roept nu bij mij wel enkel vragen op, maar ik ben toch verheugd dat
de emotie ook deel van mijn psychische patroon kan uitmaken.
Het laatste woord
geef ik aan de Belgische kunstenaar Oscar Jespers die met enige humor de emotie
weet te relativeren:"
"Er
zijn twee zaken waarover ge niet spreekt, dat zijn kunst en de liefde, die moet
ge bedrijven."
Zie ook de opening
scene van de film La Grande Belezza, waarin een Japanse toerist letterlijk door de schoonheid wordt overweldigd en neerstort.
klik hier:La Grande Belezza
Reacties
Een reactie posten