In de collectie van het Van Abbemuseum bevindt zich een  werk van de Oostenrijkse kunstenaar Hermann Nitsch. Nitsch heeft als kunstenaar een provocerend oeuvre geschapen. Voor velen is het werk choquerend en soms blijkbaar weerzinwekkend. Maar toch is telkens het werk Schüttbild als het in het museum getoond wordt een kunstwerk waarvoor bezoekers stilstaan. Op een of andere manier doet het waarschijnlijk een beroep op oeroude gevoelens die nog steeds in ons DNA verankerd zitten.

Hermann Nitsch: Schüttbild (1982)

door Piet van Bragt


Spontaan kan iets ontstaan tussen twee mensen die elkaar daarvoor nooit ontmoet hebben. En dat gebeurde zo maar meteen onverwachts. Een dame, zojuist voor het eerst in functie als gastvrouw kijkt samen met mij vol verbazing naar een kunstwerk: Schüttbild van Hermann Nitsch in dit geval. Bij ons beiden riep het een zelfde emotie op. Waar kijken we in godsnaam naar? Het is in ieder geval een sterk beeld, want meerdere bezoekers houden hun pas in als zij door de zaal lopen. Jammer voor Gilbert & George aan de andere wand, want die kijken tegen de ruggen van bezoekers aan. Hoe kan een schilderij, dat niet meer laat zien dan een grote uiteenspattende rode verfvlek op ruwe jute, zo indringend zijn?  Is het de actie die uit het werk straalt? Of laat het iets zien van onderliggende aanwezige emoties die iedereen heeft, maar die niet met name te duiden zijn?


Als Rudi Fuchs in 1983 Hermann Nitsch  bezoekt in zijn kasteel Prinzendorf in Oostenrijk, gebruikt hij de term devotietafels[1] voor de schilderingen die hij daar aantreft.  Het kasteel van Nitsch biedt de sfeer die uitermate geschikt is om de Midden-Europese traditie van expressionisme en symbolisme met elkaar te verenigen in het Orgien Mysterien Theater.  Dionysische rituelen en katholiek-liturgische mysteriën van het bloed van Christus ontmoeten elkaar en kunnen hier worden opgevoerd. Deze theaterseances, door Nitsch Aktionen genoemd, zijn een zoenoffer dat reiniging en wedergeboorte moet bewerkstelligen. Camille Paglia, bekend door haar geschriften over de relatie tussen seksualiteit en kunst, noemt daarom kunst het instrument om altijd op een ritualische manier de werkelijkheid te ordenen. “Kunst is een ritualistisch stilzetten van het perpetuum van de natuur. De eerste kunstenaar was een priester van een primitieve godsdienst, die een bezwering uitsprak om de demonische energie van de natuur te fixeren in een conceptueel moment.’’[2] Hermann Nitsch toont zich in Schüttbild op overtuigende wijze de reïncarnatie van die priester.


Vanaf 196o is Nitsch bezig met zijn ‘Aktionsmalerei’. Nitsch wordt samen met de kunstenaars Günther Brus en Rudolf Schwarzkogler tot het Wiener Aktionismus gerekend. Zij proberen door te shockeren met hun performances grenzen op te zoeken en daardoor de vrijheid van het individu te vergroten. Vanaf 1963 organiseert hij zijn Orgien und Mysterien Theater. Mensen worden naakt met bloed en dierlijke uitwerpselen besmeurd tijdens een séance die met muziek wordt begeleid. Christelijke, klassieke en alchemistische rituelen worden in herinnering gebracht bij deze theatrale ‘acties’ die soms dagen kunnen duren. Deelnemers en toeschouwers raken in een roes om dan bevrijd van burgerlijke conventies hun energie de vrije loop te laten. Het is begrijpelijk dat Nitsch slechts bij een kleine groep mensen sympathie voor zijn acties kon vinden. De burgerlijke autoriteiten maakten regelmatig een einde aan zijn séances door politieoptreden.



Dat de uiterste grenzen door de Wiener Aktionisten werden opgezocht laat Otto Mühl zien. In zijn Mühl Commune experimenteerde hij met ‘Gemeinsame Sexualiteit’, waarmee hij een verbinding aanbracht tussen Happening, lichaamskunst en het Wiener Aktionisme.



[1] Rudi Fuchs, Tussen kunstenaars, Amsterdam 203, pag. 710

[2] Camille Paglia, Het seksuele masker, Amsterdam 1993, pag. 41

Reacties

Populaire posts van deze blog