Kijken naar kunst
Anselm Kiefer: "Kunst ist schwer, es ist nicht Unterhaltung".
Hebt
u dat ook? U staat voor een kunstwerk, een schilderij, een sculptuur, een
installatie. U kijkt langer dan de bekende 3 seconden en als u dan wegloopt beseft
u dat u iets intrigerends gemist hebt. Dus u draait om en kijkt opnieuw. Maar
het geheim zit opgesloten en kan zich voor u niet ontworstelen aan de vorm. Dus
blijft u zitten met het bekende gevoel dat er meer is tussen hemel en aarde,
maar dat u als aardbewoner de toegang tot de hemel nog ontzegd wordt. Als u dat
gevoel bij de ontmoeting bij het werk van Anselm Kiefer hebt, dan zijn wij
gelijkgestemden. Misschien haalt u nu uw schouders op en gaat u verder met de
loop der dingen van het dagelijks gebeuren. Maar het intrigerende beeld kan je
blijven achtervolgen. In mijn geval wil ik dan wel eens op onderzoek uitgaan.
Niet altijd, maar het werk van Kiefer dat ik voor het eerst in het Stedelijk
Museum in Amsterdam zag, bleef op mijn netvlies plakken. Ik wist er geen weg
mee. De dreiging, de onheilspellende boodschap die de werken uitstraalden, achtervolgden me. En zo zag ik Märkische Heide in het Van Abbemuseum
hangen en opnieuw stond ik stil en keek.
Het
gewicht van de geschiedenis
Een heidelandschap, maar wel
in het kerngebied van het Duitse Nazisme,
een historisch zwaarbeladen gebied in de Mark Brandenburg, vlak bij
Berlijn. Rudi Fuchs, de oud-directeur van het Van Abbemuseum, wijdt in zijn
boek 'Tussen Kunstenaars' veel aandacht aan Kiefer als moderne representant van
de historische schilderkunst. Hij brengt in het begrip historieschilder veel accenten
aan met betrekking tot Kiefer. De hedendaagse historieschilder, zegt hij, geeft
niet een voor hem geschiedkundig waarheidsgetrouw beeld weer, maar hij creëert
een vorm van historie in visuele vorm. Als de kunstenaar het thema zal
herhalen, zal de geschiedenis zich
steeds opnieuw in een andere vorm vertonen. Hij illustreert de geschiedenis
niet, maar interpreteert en bedient zich soms van voor hem bekende symboliek.
En zo ensceneert Kiefer de historische gegevens blijkbaar. Hij gebruikt historische
beelden, combineert ze meermalen met actuele gebeurtenissen om een andere
betekenis op te werpen of vraag te stellen. Het schilderen maakt zich los van
vaste feitelijke gegevens en hij gebruikt de historie om voor hem als individu
een nieuw verhaal te vertellen. Kiefer speelt de ene feitelijke situatie uit
tegen de andere, zoals hij bijvoorbeeld het werk van Piet Mondriaan gebruikt om
de geplande invasie van Engeland door Hitler te verbeelden! De vorm van het
raster van Mondriaan confronteert hij met de fotografische voorstelling van
gelijke raampanelen in zijn schilderij Piet
Mondrian - Unternehmen Seelöwe"
uit 1975. En waarom gebruikt hij het werk van Mondriaan? Piet Mondriaan is voor
hem het voorbeeld van een kunstenaar die geestelijke spiritualiteit in zijn
werk nastreeft, terwijl Kiefer een materiële werkelijkheid,' een spiritualiteit van het concrete'[1]
zoekt, een spiritualiteit waarin de hemel en de aarde bijeengebracht worden
en de geschiedenis ieders persoonlijke verantwoordelijkheid is. Kiefer heeft
een andere boodschap dan Mondriaan. Hij wil niet de individuele mens
veranderen, zoals Mondriaan beoogt, maar zijn doel is politiek van aard. Hij
wil de wereld veranderen.
Gebarsten
werkelijkheid
Mythen en symbolen. Kiefer heeft een obsessie
ontwikkeld voor de betekenis van de symboliek en de mythische verhalen van de
Joodse Kabbala en Merkeda. De leer van de Kabbala en bovenal de leer van de Joodse
mysticus en filosoof Isaak Luria over de schepping van de wereld levert hem
beelden die zijn werk een extra betekenislaag kunnen geven. Vooral het verhaal
van 'het breken van de kruiken' is
voor hem essentieel. Hierin vertelt
Luria over Gods licht dat in de oerruimte stroomt en waarin Hij Zijn openbaring
ontvouwt, de mystieke ruimte die Hij zelf heeft geschapen. Door het uitstromen
van het goddelijk licht, de sefirot,
dat in allerlei facetten ontleed kan worden, ontstaat deze schepping van de
wereld. Het licht wordt opgevangen in de kruiken en zij zijn de bedding waarin
het licht uitstroomt. Maar als de
kruiken breken kan het licht door de scheur de wereld verlaten. Zo vindt Luria
een verklaring voor het kwaad in de wereld, het kwaad dat in essentie behoort
tot de structuur van de werkelijkheid. In het breken van de kruiken vindt hij
een antwoord op de vraag naar het kwaad en in deze leer van Luria herkent
Kiefer de catastrofe die steeds opnieuw gebeurt.
"En
op dat moment braken de kruiken. Dit is de bron van 'Schebirath ha Kelim' het
breken van de kruiken is een catastrofe die voortgaat en die binnen ieder van
ons gebeurt op elk moment, iets wat zich continu herhaalt…"[2]
Kiefer gebruikt mythen en
symbolen om nieuwe betekenislagen te reconstrueren en om zo aan te tonen dat
hij ronddwaalt in een gewonde wereld. Maar door de spiritualiteit concreet te
maken, ze midden in de wereld te zetten, stelt hij vanuit die positie open
vragen aan de hemel, waarin vooral in later werk steeds een beetje hoop
doorklinkt. Maar Auschwitz is voor Kiefer het sublieme kwaad en na Auschwitz is
het voor hem het grote probleem om hemel en aarde bijeen te brengen.
Märkische
Heide
Kiefer is een leerling van
Joseph Beuys. Dat verklaart zijn passie voor engagement en voor de culturele,
sociale en politieke werkelijkheid waarin wij leven. De visionaire politieke
ideeën en zijn gevoel voor mythe en mystiek van Beuys konden bij Kiefer een
voedingsbodem vinden. Kiefer toont de barbaarse kant van de Duitse moderne
geschiedenis. "Niet om het nazisme
te idealiseren, maar om het niet moedwillig over te slaan, om nooit meer te
vergeten."[3] Er is
een serie foto's waarop Kiefer de Hitlergroet brengt, "niet om me met Hitler te identificeren, maar
om in contact te komen met die krankzinnigheid loop ik een stukje met hem op."[4]
Kiefers eerste kennismaking met de geschiedenis van de oorlog was toen hij
geluidsopnamen hoorden van toespraken van Hitler, Goering en Goebbels. Het was
voor hem een dermate schokkende ervaring dat die uiteindelijk de basis voor zijn
creativiteit bleek. "Het geluid ging
recht door mijn huid. Niet alleen door de oren en het hoofd. Ik was eenvoudig
gezegd in shock. En zo is het begonnen."[5]
[1]
Wessel Stoker, Kunst van hemel en aarde, 2012
[2]
ibid, pag. 165
[3]
Ad de Visser, De tweede helft, 1998, pag. 308
[4]
ibid, pag. 165
[5]
Geciteerd in de catalogus van Anselm Kiefer in Royal Academy of Arts, 2014,
pag.22
Reacties
Een reactie posten