Raum der Gegenwart, een tijdscapsule

 door Piet van Bragt





De Raum der Gegenwart beslaat slechts een klein stukje oppervlakte van de museumvloer van het Van Abbemuseum. Het is een soort doosje, in een hoek van de zaal geschoven, en aan de buitenzijde versierd met een functionele witte wand. Maar als je het kabinetje binnenstapt verkeer je ineens in de wereld van 1930: een beeld van rust in een hectische politieke en industriële samenleving. Behalve de Licht-Raum-Modulator van Moholy- Nagy en de alom bekende Bauhaus lamp van Wilhelm Wagenfeld kijkt men naar een fotografische momentopname van de cultuur van 1930. De kunstwerken worden als reproductie getoond: foto’s, dia’s, film.  De turbulente gebeurtenissen van dat ogenblik die tot het tragisch crescendo van de jaren veertig zullen leiden, worden hier niet zichtbaar. Raum der Gegenwart toont een pauzemoment in de maatschappelijke en culturele voortgang van de twintigste eeuw.

Lazlo Moholy Nagy
Alexander Dorner











Raum der Gegenwart is ontworpen door Alexander Dorner en Lázlò Moholy-Nagy. Dorner was toen directeur van het Provincialmuseum in Hannover. Hij wou een statement maken door de artistieke en vernieuwende werken van zijn tijdgenoten te exposeren. En daarbij moest het de laatste ruimte zijn in het museum om de bezoeker een geleidelijke overgang te bieden van het museum naar de werkelijkheid daarbuiten.



De ruimte ademt de sfeer en de stijl van het Bauhaus, de door mythen omgeven stichtingsplaats van de functioneel gerichte moderniteit. Moholy-Nagy werd in 1912 door Gropius naar het Bauhaus gehaald, want hij hoopte dat hij een tegenwicht zou kunnen bieden aan de problemen die hij met de mystiek georiënteerde Johannes Itten had gehad. Samen zouden zij kunnen strijden voor zijn nieuwe concept van eenheid van kunst en techniek. Maar tijdens zijn Bauhaus jaren neemt Moholy-Nagy geleidelijk afstand van zijn radicale constructivisme. Steeds zoekt hij naar een synthese van de industriële machinewereld en de menselijke natuur wat tot een soort technisch humanisme zou moeten leiden. Hij schrijft dat men als mens zich moet kunnen onderscheiden van de machine-esthetica, want het menselijk bestaan kan niet zonder de menselijke biologische voorwaarden. ‘Het totaaldoel: de gehele mens die vanuit zijn biologische kern weer met instinctieve zekerheid een plaats kan innemen ten opzichte van alle dingen van het leven, de mens die zich tegenwoordig evenmin laat overrompelen door industrie en ijltempo, de uiterlijkheden van een verkeerd begrepen machinecultuur.’[1]




Bij zijn studie naar grootstedelijke waarnemingsbeelden houdt hij rekening met de nieuwste ontwikkelingen in de mediawereld. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar licht en beweging. Foto en film zijn het beeldende middel van zijn tijd en maken kunst voor iedereen op democratische wijze bereikbaar. Hij gebruikt licht zoals een andere kunstenaar zijn gereedschap gebruikt om direct vorm te geven. En zo ontstaat de Licht-Raum-Modulator. Het licht wordt door het oppervlak weerkaatst en krijgt zijn structuur door de textuur van de oppervlakte van het reflecterende materiaal. De projectie daarvan levert een dynamische voorstelling op. Hij zegt dat als een kleurstof in staat is licht te weerkaatsen of te reflecteren en men dat toepast in de vormgeving, je een resultaat krijgt dat de wereld optisch weergeeft in de spiegel van het licht.[2]

Raum der Gegenwart is nooit door Dorner en Moholy-Nagy uitgevoerd. De presentatie in het Van Abbemuseum werd gerealiseerd door Kai-Uwe Hemken en Jakob Gebert.



[1] L.Moholy-Nagy, Von Material zu Architektur, München 1929, blz. 18

[2] Zie hiervoor: J. Fiedler, e.a., Bauhaus, Keulen 1999, blz.299

Reacties

Populaire posts van deze blog