A Daily Practice: over de band tussen
motoriek, kunst en creativiteit.
door Piet van Bragt
Wie de tentoonstelling van Yael
Davids bezocht, A Daily Practice, kon het beste eerst een wandeling maken door
de zalen en haar werk rustig voorbij laten komen. Een eerste indruk, een eerste
beeld zegt soms al veel over de achtergrond van de tentoonstelling. Yael wil bij
de ontmoeting met kunstwerken niet de nadruk leggen op intellectuele en visuele
inhouden. Zij wil fysieke invalshoeken bij het beschouwen van kunst als
uitgangspunt kiezen. Fysieke aspecten betekent in haar geval dat bewegen
centraal staat. De bewustwording van de kleine fysieke motoriek die inherent
past bij het normale dagelijks bewegen zorgt er voor dat kennen, denken en
waarnemen op een hoger en beter niveau kan functioneren. Lichaam en geest zijn
een onverbrekelijke eenheid, want zij sturen elkaar aan en zijn samen een
objectieve realiteit. Bewegen is een 'daily practice'.
Yael Davids weet dat haar gedachten over de relatie tussen kunst en mens gesteund worden door de ideeën die zij leerde kennen bij Moshe Feldenkrais (1904 - 1984). Feldenkrais was naast natuurkundige en oprichter van Jiu-Jitsu Club de France ook de persoon die een bewegingsleer ontwikkelde waarmee mensen bewust zijn van hun dagelijkse motoriek die een stimulans kan zijn voor hun mentale functies. Bewegen is voor ieder van ons een dagelijkse praktijk. En deze dagelijkse praktijk, the daily practice, staat aan de basis van de tentoonstelling. Zoals we kijken naar het gehele functioneren van het lichaam, hoe alles onderling verbonden is, zo moeten we leren dat er ook een onderlinge band is tussen kunstwerken.
Natuurlijk,
de tentoonstelling toont werk van Yael Davids. Maar veel van haar gedachten
over het functioneren van kunst toont zij door het werk van anderen in haar
belevingswereld op te nemen. De onlangs overleden Surinaamse kunstenaar Stanley
Brouwn bijvoorbeeld maakte met zijn conceptuele deuropening het onderscheid zichtbaar tussen het meetbare
en de subjectieve kwaliteit van afstand en beweging. De dansers in de korte
film van Andy Warholl nodigen de kijker uit om hun beweging als een eigen
persoonlijke ervaring te ondergaan. Maar dans is vluchtig. De Amerikaanse
choreograaf Merce Cunningham zegt daarom dat schrijven over dans is als het
schrijven over water. Dans is bewegen in tijd en ruimte. Yael schenkt daarom
ook aandacht aan de bewegingsnotatiemethodiek die door Noah Eshkol (1924 -
2007) is ontwikkeld. In deze methodiek wordt het lichaam geabstraheerd tot
verschillende ledematen, waarvan elk ledemaat wordt afgezet tegen de tijd en de
bewegingsrichting, de dynamiek en de snelheid wordt vastgelegd. Elke kunstenaar
die haar in de presentatie vergezelt staat open voor de ontdekking van de
vormen die de wereld biedt, zonder daarbij in vaste structuren en patronen te
moeten handelen.
Het vele
meters lange gordijn dat vier zalen met elkaar verbindt als een draad van
Ariadne , verdeelt de zalen in gedeelten die gezien kunnen worden en het
gedeelte dat door de transparante baan in het midden van het doek verhult wat
daarachter is. De scheiding tussen wat wel en wat niet gezien mag worden? De
schroom om het onbekende te ontdekken? Ook de wil om te kijken, de wil om alles
te zien en die het weten ondersteunt, wordt
door Yael geaccentueerd door haar verticaal en schuin opgehangen glasplaten. Glasplaten
suggereren transparantie, maar ook zijn ze een metafoor voor gevaar, voor
versplintering. Het Oran Safety Glass, dat zelfs door haar kwaliteit
anti-tankgranaten kan doorstaan, werd in de kibboets in Israel waar Yael
opgroeide gefabriceerd. Glas werd voor haar ook een symbool voor de
militarisering in Israel.
A Reading that Loves, A Physical Act, 2017, Performance documenta 14, Kassel. Foto Émile Ouroumov
Denken over
bewegen, over menselijke motoriek nodigt in dit kader uit om relaties met
creativiteit te onderzoeken. Fysieke activiteit en de invloed op creatieve
cognitie betekent dat men onderscheid moet maken tussen twee vormen van denken.
In de eerste plaats het intelligent convergent denken, waarin alleen wordt
gezocht naar de enige oplossing van een probleem en het creatieve divergent
denken dat mogelijkheden onderzoekt. Voor het creatief oplossen van problemen
is fysieke actie een belangrijke stimulans. Staan en lopen vergen meer van ons
lichaam dan stilzitten. Bij fysieke activiteit is meer zuurstof nodig en meer
hersencapaciteit om de beweging goed te kunnen uitvoeren. Fysieke actie
betekent ook dat we beslissingen moeten nemen over de wijze en richting van
bewegen.Feldenkrais les met het werk Le Marchand d'oiseaux van Wilfredo Lam (1962) uit de collectie Van Abbemuseum, 28 september 2019. Foto Marcel de Buck
Het bijkomende voordeel hiervan is dat verder weg gelegen
hersengebieden geactiveerd worden waardoor de kans groter wordt dat vage gedachten
en ideeën die tot dan in ons onderbewustzijn sluimerden tot nieuwe combinaties
worden samengevoegd. Recent wetenschappelijk onderzoek, onder andere door de
psychologen Marily Opezzo en Daniel Schwarz van de universiteit van Stanford, laat
zien dat lopen, wandelen, onze creativiteit en ons probleemoplossend vermogen
op allerlei onverwachte manieren bevordert.Yael Davids, A Reading that Loves, A Physical Act, 2017, Performance documenta 14, Kassel, Foto Emile Ouroumov
De conclusie van de onderzoekers is
dat door lopen ideeën vrijelijk kunnen gaan stromen. Onze creatieve cognitie
wordt enorm gestimuleerd door de specifieke manier waarop fysieke actie
verbindingen legt tussen ver uiteengelegen hersengebieden, maar ook door de
stimulans van de natuurlijke omgeving waarin we ons al wandelend bevinden.
William Kentridge, Refusal of Time
In het
tentoonstellingsprogramma van het Van Abbemuseum is al eerder een verband
tussen beweging, kunst en creativiteit gelegd. De kunstenaar William Kentridge,
waarvan de installatie Refusal of Time
in het van Abbemuseum te zien was, is een voorbeeld van bovenstaande theorie.
Hij spreekt, als hij het over zijn werk heeft, altijd over wandelen. Bij hem is
de fysieke relatie tussen het maakproces en het denkproces essentieel. In 2012
verzorgde hij over dat onderwerp een lezing voor studenten in de Tel Aviv
University in Israel. “Lopen”, zei hij, “heeft
een lange historische traditie” en hij memoreerde dat gedachten zich kunnen
ontwikkelen door het repeterend mechanisme van het lopen. Waarmee hij verwees
naar het wandelen van kloosterlingen als middel om in gedachten dichter bij hun
Schepper te komen en aan onder andere Darwin die al wandelend in zijn tuin zijn
gedachten kon ordenen. Bij Kentridge is lopen en denken onderdeel van zijn
werk. ''Ik wandel in mijn atelier als een dier in zijn kooi. De ideeën die ik
heb als ik er speciaal voor ga zitten zijn veel minder interessant dan de
ideeën die bovenkomen tijdens een fysieke activiteit.”
Wandelen,
lopen, fysieke actie is als stimulans bij het ontrafelingen van intellectuele
en creatieve problemen al van oudsher bekend. In de door Aristoteles opgerichte
peripatetische filosofische school werd
wandelend lesgegeven. Zelfs de stam van de naam ‘peripatetisch’ betekent 'heen
en weer lopen'. En Friedrich Nietzsche zei zelfs: 'Alleen gedachten die door
het wandelen zijn ontstaan, zijn van waarde.' Daniel Kahneman, de psycholoog,
econoom en Nobelprijswinnaar vertelt in zijn boek Ons feilbare denken dat hij bij het lopen een optimale snelheid
nodig heeft om na te denken en te werken. Fysieke inspanning bij het lopen
verhoogt zijn mentale vermogens.
De
tentoonstelling A Daily Practice geeft vorm aan de ideeën over fysieke activiteit
en creativiteit. Yael Davids baant in haar werk wegen naar creativiteit die
haar verbindt met kunst en kunstenaars waarvoor fysiek beleven een voorwaarde
is voor hun creatieve uitingen.
Reacties
Een reactie posten