Column
Nu even iets anders. Een zijpad inslaan is soms verhelderend en opent nieuwe wegen. Enige tijd geleden schreef ik naar aanleiding van een triest voorval onderstaand bericht. Een bericht dat uiteindelijk leidde tot gedachten over de oorsprong van beeldende kunst.
Voedsel, koken, evolutie en
beeldende kunst
door Piet van Bragt
Misschien herinnert u zich nog het debat
rond het jongetje Tom. Op 10 januari 2013 besteedt een actualiteitenrubriek op
TV aandacht aan het jongetje. Tom, ongeveer 10 cm te klein voor zijn leeftijd,
wordt door zijn moeder opgevoed en zij kiest voor een puur plantaardig rauwkost
dieet . Argumenten hiervoor ontleent zij aan literatuur op internet en
waarschijnlijk hanteert ze een bedenkelijke boekenkeuze. Ze meent dat alle voedsel
dat bewerkt is of dat van dieren afkomstig is, schadelijke effecten heeft voor
het menselijk organisme. Dat is opmerkelijk, gezien de hoeveelheid
wetenschappelijke literatuur, die dit gegeven weerspreken. Maar ja, als je
blijft zoeken op internet en alles voor waarheid aanziet, dan kun je tot de
meest krankzinnige gevolgtrekkingen komen. En het meest verbazingwekkende is
dat officiële instanties, zoals jeugdzorg niet in staat zijn om een goed
antwoord hierop te geven. Het lijkt wel of het niet fatsoenlijk is om de moeder
van Tom te weerspreken met goede argumenten. Of kent men die misschien niet?
Gelukkig
zijn er nog verstandige mensen. De kinderboekenschrijver Guus Kuijer werd
gevraagd of dit geen goed thema was voor een kinderboek toen hij een
belangrijke literaire prijs ontving. ' Ik schrijf niet over criminaliteit’, was
zijn duidelijke antwoord. Over een stellingname gesproken, dit is er een.
Je kunt je afvragen waarom
herbivoren, zoals koeien en paarden, als je hen gadeslaat in hun natuurlijke
habitat, de hele dag besteden aan het zoeken naar voedsel. In principe
eten zij de hele dag en het lijkt hun enige bezigheid. Als wij hetzelfde
eetpatroon volgden zouden we dat niet overleven! Het verschil in voeding tussen
hen en ons is het soort voeding dat wij nuttigen. Ons voedsel is gevarieerder.
Koeien bijvoorbeeld zijn in staat hun volledige energie te ontlenen aan grassen
en eventuele planten die tussen het gras in de weilanden groeien. Kortom,
herbivoren hebben aan hun eetgewoonten een dagvullende bezigheid ontleent. Ze
komen letterlijk aan niets anders toe! Herbivoren hebben een eigen op dit
voedsel afgestemde organisme. Carnivoren, zoals wij, hebben evolutionair een
ander darmstelsel ontwikkeld. Het darmstelsel van herbivoren is veel langer om
hen de mogelijkheid te geven het voedsel beter en langduriger te verteren.
Runderen beschikken daarnaast zelfs over meerdere magen. Zij beschikken allemaal
over variëteiten in organen waar wij geen beschikking over hebben.
Toch hebben wij allen, herbivoren en carnivoren in het zeer verre verleden allemaal dezelfde oorsprong. In de loop der millennia zijn we uit elkaar gegroeid en heeft ons lichaam zich aangepast aan de verschillende voedingswijzen. De moeder van Tom heeft deze kennis helaas voor haar kind, en haarzelf, gemist. Deze ontwikkeling is haar niet opgevallen.
De Engelse antropoloog Richard Wrangham begint in zijn boek
‘Koken, over de oorsprong van de mens’1 in het eerste hoofdstuk met de vraag of wij mensen ook
van rauw voedsel kunnen leven. Wij mensen zijn immers ook dieren, dus dat moet
mogelijk zijn. Rauw voedsel kan smakelijk zijn: appels, peren, druiven,
tartaar, oesters, sushi. Mongoolse krijgers konden volgens de overlevering van
rauw voedsel overleven, ze dronken het ongekookte bloed van hun paarden. Dit
was voor hen efficiënt, want hierdoor verloren ze geen tijd tijdens hun reizen
en de vijand kon hen niet traceren door het ontbreken van rook van
kookvuurtjes. Maar was het smaakvol?
Een
experiment in 2006 met negen vrijwilligers die twaalf dagen leefden van rauw
voedsel leverde opmerkelijke resultaten op. Elke dag kreeg men vijf kilo
voedsel te verorberen. Het uiteindelijke doel was te bepalen of men hierdoor
zijn gezondheid kon verbeteren. Dat slaagde gedeeltelijk. Behalve daling van
het cholesterolgehalte en verbetering van bloeddruk, verloren de deelnemers
veel gewicht. Gemiddeld 4,4 kg, of 370 gram per dag. Een bekend onderzoek is
het Giessense rauwkostonderzoek van de universiteit van Giessen. 513
rauwkost eters werden gevolgd die een dieet volgden dat voor 70 tot 100 % uit
rauwkost bestond. De BMI daalde per deelnemer als rauwkost een groter deel van
zijn voeding was. Uiteindelijk bleek dat gewichtsverlies van 12 kg bij vrouwen
en 9,9 kg bij mannen op te leveren. Dit probleem deed zich niet voor als het
voedsel voor inname werd verhit. Een vegetarisch dieet met verhit voedsel bevat
evenveel calorieën als een doorsnee dieet dat veel vlees bevat.
Rauwkost eters
krijgen te maken met een behoorlijke portie energietekort. Bepaalde
lichaamsfuncties kunnen daar schade van ondervinden. Veel vrouwen met een laag
BMI in het Giessense onderzoek leden aan amenorroe. Dit verschijnsel, dat wij
kennen als een gestoorde menstruatiecyclus, trad bij ongeveer de helft van de
vrouwen op. Normaal treedt dit verschijnsel op bij vrouwen met een extreem
energietekort, zoals bij marathonloopsters en vrouwen met anorexia. De werking
van de eierstokken wordt gestoord en mannen verliezen onder andere seksuele potentie, dat tot uiting komt bij vermindering van het libido met daarbij
samenhangend minder frequente zaadlozingen.
Toen mensen in het verre verleden het vuur gingen gebruiken om voedsel te koken, bleek dit veel efficiënter te zijn bij het verteringsproces. Dat moet een evolutionair voordeel zijn geweest. Wanneer koken precies is uitgevonden weten we niet exact. De meningen hierover zijn verdeeld. Sommige archeologen denken dat pas in het Laat-Paleolithicum, dat is 40.000 jaar voor Christus, het vuur die functie krijgt. Anderen concluderen dat vuur al van 200.000 jaar v.Chr. bekend is en vanaf dat moment moet het ook gediend hebben om voedsel te verhitten.
Wat gebeurt er nu precies als men voedsel verhit? Door koken blijkt ons voedsel gemakkelijk
te verteren te zijn. Ik wijs op twee processen. Ter eerste: door
koken wordt het zetmeel gelatiniseerd .Dat betekent dat
bijvoorbeeld tarwezetmeel als men het verhit voor 95% door het lichaam wordt
verteert. Onverhit blijkt dat slechts 71 % te zijn. Gelatiniseren is het proces
waarbij de granula, de plantencellen, door verwarming in water opzwellen. Rond
achtenvijftig graden worden de kristalstructuren losser, bij negentig graden
vallen ze uiteen en gelatiniseren op dat moment. Nu kunnen enzymen de
voedingsstoffen beter bereiken en is het verteringsproces sterk verbeterd.
Het tweede voorbeeld is denaturatie
van eiwitten. Bij dit proces verzwakken de inwendige structuren van het eiwit.
De molecule opent zich. Daardoor kunnen ook hier enzymen beter de
voedingswaarde van het eiwit verhogen.
Men mag
concluderen dat gekookt en verhit voedsel voor carnivoren kwalitatief beter is
dan rauw voedsel. Dat is een belangrijk gegeven, omdat het in het leven altijd
om energie draait. Evolutionair betekent het dat men door een beter dieet meer
overlevingskansen heeft en meer nakomelingen kan krijgen, waardoor de evolutionaire kansen stijgen.
William R. Leonard, een Amerikaanse
hoogleraar antropologie die onder andere onderzoek deed naar voedingspatronen, beschouwt dieetveranderingen als een drijvende
kracht in de evolutie.
2 Onze
menselijke hersenen gebruiken in rusttoestand dagelijks 20 tot 25 procent van
ons energiebudget. Daar tegenover verbruikt een menselijke primaat, zoals
bijvoorbeeld de chimpansee slechts 8 tot 10 procent. Andere zoogdieren
verbruiken tussen de 3 tot 5 procent. Berekeningen van Leonard laten zien dat
een Australopithecus in ruste van 80 tot 85 kg met een breinvolume van 450
kubieke centimeter ongeveer 11 procent van zijn energiebudget voor de hersenen
gebruikt. De homo erectus, met een verbetert dieet en met een gewicht van 125
tot 130 kilogram en een herseninhoud van 900 kubieke centimeter, verbruikt
ongeveer 17 procent van zijn energiebudget. Vergelijken we het dieet van
genoemde soorten, dan zien we dat een kwalitatieve verbetering van de voeding
een snellere groei van de herseninhoud oplevert.
Als men als primaat de hele dag intensief bezig is met het verzamelen en eten van rauw voedsel blijft er ook weinig tijd over voor iets anders. Vrije tijd bestaat niet. De kans om andere facetten van je leven te ontwikkelen wordt erg beperkt. Tevens is je hele energiebudget nodig om je actuele fysieke constitutie op peil te houden, laat staan dat er ruimte overblijft om hersengroei te bevorderen. Concluderend mag men stellen dat een kwalitatief verbetert dieet dat gebruik maakt van verhitting hersengroei een kans heeft gegeven en de evolutie van menselijke primaat tot volwaardige mensen heeft mogelijk gemaakt. Koken staat klaarblijkelijk aan de basis van ons mens zijn.
Congo |
De zoöloog Desmond Morris gaf in de jaren vijftig de aap Congo in de Londense dierentuin een potlood en papier. Congo begon onmiddellijk strepen te tekenen en ging al snel over op kwasten en verf. Later werden zelfs drie van zijn schilderijen bij Christies geveild voor 14.400 pond. Een tevens aangeboden werk van Andy Warhold bleef toen onverkocht. Het is dan natuurlijk de vraag of Congo nu een kunstenaar is. Zou Congo beseffen wat hij aan het doen was? Had hij de aandrang om iets te scheppen of kwam dat idee van Desmond Morris? Mag men dit beschouwen als een verhulde vorm van creativiteit. De kans dat primaten in de gelegenheid zijn om kunst te ontwikkelen is waarschijnlijk nihil
Congo |
Dit zijn belangrijke conclusies.
Door deze evolutionaire sprongen is een parallelle ontwikkeling met het
bewustzijn mogelijk, wat paden opent naar taal, religie en uiteindelijk ook
naar beeldende kunst.
Dit zijn belangrijke zaken die de moeite waard zijn om goed te overdenken,
omdat ze aan de basis staan van ons mens-zijn.
Reacties
Een reactie posten