Wetenschapsjournalist Bennie Mols: Hoe werkt
creativiteit
(en kunnen computers het ook?)
door Piet van Bragt
Bennie Mols verzorgde in 2016 de afsluiting van de Algemene Ledenvergadering van de
Vrienden van het Van Abbemuseum. Bennie Mols is wetenschapsjournalist.
Momenteel gaat zijn aandacht vooral uit naar kunstmatige intelligentie en
robotica en het menselijke brein. Over deze onderwerpen publiceert hij
regelmatig in wetenschappelijke tijdschriften. Onlangs verscheen een column van
hem in de bekende edge.org reeks:Machines die denken. Voor het Robotics Institute
van de TUDelft schreef hij samen met twee andere coauteurs Robotics For
Future Presidents, waarin zij leidende figuren in de robotica interviewen.
Bekend is zijn boek over Alan Turing: Turings Tango. Momenteel is
hij wekelijks te horen op Radio 1 waarvoor hij als wetenschapsjournalist is
aangetrokken.
Bennie opende zijn causerie met een vraag aan het publiek. Hij toonde drie
kunstwerken en de vraag was welk kunstwerk door een ‘human’kunstenaar gemaakt
is en welk kunstwerk door een computer.
Hoewel de afbeelding van de plant bij het publiek het vermoeden deed reizen
dat hier een menselijke hand achter schuilde, bleek een misvatting. Slechts het
eerste kunstwerk is ‘menselijk’. Hiermee wordt aangetoond dat het momenteel
moeilijk en ook interessant is om direct onderscheid te zien tussen de
kunstenaarshand en de computer. Men mag wel opmerken dat zoiets alleen mogelijk
is bij werken waarvan het oeuvre van de kunstenaar niet bekend is. Men moet
zijn oordeel vellen over een individueel kunstwerk, dat uit zijn context is
gelicht.
Creativiteit is een menselijke
eigenschap. Tot nu toe! De vraag is hoe computers zich in de toekomst
ontwikkelen, of, anders, gezegd in hoeverre de technische mogelijkheden zich in
de toekomst zullen uitbreiden, waardoor de computer in staat kan zijn
zelfstandig oplossingen en mogelijkheden te creëren. Een van de eigenschappen
van creativiteit is dat er iets onverwachts kan ontstaan. Soms vallen de nieuwe
mogelijkheden uit de lucht. Wij mensen beschikken over die vaardigheid, digitale
technieken laten nog op zich wachten.
Creativiteit is een procesmatig
gebeuren. Men zoekt naar iets nieuws en dat kan het beste als men werkt met een
ontspannen brein. Bij onderzoek waarbij de proefpersoon in de MRI gescand
wordt, blijken de alfa golven die voor een rustfase zorgen, van belang. De
snellere gamma golven kunnen het creativiteitsproces verstoren. Onderzoek met
behulp van een jazzpianist in een hersenscanner laat dat zien. Al improviserend
laten de kleuren in de scan zien hoe het proces zich voltrekt. De blauwe kleur
toont minder actieve elementen, maar rood daarentegen is positief en geeft ruim
baan aan de impulsen. De hersengebieden die zich bezig houden met het monitoren
van je zelf (maak ik een fout? ga ik wel de goede kant op?) worden echter veel
minder actief tijdens het improviseren.
Onderzoek naar creativiteit richt
zich ook op de mate van concentratie van de proefpersoon. Er worden
psychologische experimenten verricht in een koffiebar om te zien in hoeverre
het geroezemoes een positieve of negatieve factor kan zijn. Als het geluid een
vlakke structuur vertoont kan het positief uitwerken. Maar plotselinge
geluiden, zoals het geluid van het opschuimen van de melk in een espressobar is
funest. Het gelijkmatige geluid is goed voor de creativiteit. Het is filtert
storende geluiden weg. Is het te stil, dan blijkt dat funest te zijn voor de
concentratie, waardoor het creatieve impulsmoment gemist wordt. Concentratie
blijkt trouwens besmettelijk te zijn. Zien werken bevordert de eigen motivatie
en concentratie.
De veelbesproken psychische stoornis
die zou leiden tot een grotere mate van creativiteit is een fabeltje. De
geniale gek is een mythe. Een psychische stoornis leidt meestal tot minder
creativiteit. Het muzikale leven van Robert Schumann is daar een sprekend
voorbeeld van. Als men het leven van Vincent van Gogh bestudeert blijkt dat
juist in de perioden dat hij psychisch het minst stabiel was nauwelijks werk
kon maken. Zodra zijn stabiliteit weer toenam bleek hij weer in staat zijn
echte goede werk te kunnen maken.
Men heeft lang gedacht dat creativiteit in een groepsproces grotere hoogten
kon bereiken. Uiteindelijk blijkt dat ook tegen te vallen. Ideeën die in een
groepsproces geïnitieerd worden zijn meer afkomstig van de individuele persoon
in de groep. Bij technieken als brainstormen is dat duidelijk, maar de
kritische houding van de groepsleden kan een positieve bijdrage leveren. Van
belang is dat men kritisch de discussie volgt. Competitie onderling is
verstorend. men moet het gevoel hebben dat er geen zelfcensuur is en dat men
bezig is met nut en haalbaarheid.
Het blijkt een universele wet te zijn
dat wanneer het aantal inwoners van een stad verdubbelt, neemt het aantal
patenten (en het aantal super-creatieven) met 15% toe. Maar net als met rente
op rente, krijg je dan exponentiële groei in plaats van lineaire groei. De wet
geldt voor alle steden ter wereld, wat het belang van “stedelijke wrijving”
laat zien om creativiteit te bevorderen.
De kunstenaar Harald Cohen schreef het programma AARON. Het programma geeft
onfeilbaar opdrachten door. Cohen werkt nu samen met zijn computer. Men zou
kunnen zeggen dat de computer creatief is met een kleine c. Het is nog een
kleine c, want de computer leert niet van eigen fouten. Met een grote C zou de
computer een andere kijk op de wereld kunnen schenken. En zover is het nog
niet.
Een volgend experiment is in dit
kader belangrijk. De computer is in staat los van de inhoud verschillende
stijlen te herkennen. Zo is hij dan in staat een toegeleverde foto in een
bepaalde stijl te creëren. Dus, u voert een foto in en u krijgt dan een portret
of landschap in de stijl van Rembrandt, of Van Gogh, Picasso, of van welke
kunstenaar de computer de stijlkenmerken beheerst. Een experiment in Nijmegen laat
zien dat het programma een zwart wit geschetst portret in kleur kan produceren.
Bij forensisch onderzoek kan men hier goed gebruik van maken. De schets van de
politietekenaar kan in een goed gelijkend portret worden omgezet.
Maar de grote vraag blijft bestaan:
kan een computer creatief zijn? Een computer kan natuurlijk door toeval
bijzondere producten leveren. Men vergelijkt dit proces wel eens met de
mogelijkheid dat een aap in staat is de Hamlett van Shakespeare te schrijven op
een typemachine. De mogelijkheid bestaat, maar het is een oneindig langdurend
proces. Het is al mogelijk dat een computer een schaker als Kasparov kan
verslaan. De computer heeft zoveel mogelijke zetten in zijn geheugen dat zelfs
een topschaker als Kasparov daar niet tegen op kan.
Wat is de toekomst? De toekomst zal
veranderen als de computer in staat is de wereld te leren kennen. Dan is er
sprake van creativiteit 2.0 Met grote gevolgen voor de wetenschap en
technologie. In de geneesmiddelenindustrie zal de computer een ondenkbaar
instrument worden. Architectuur wordt nu al een beetje ondenkbaar zonder
digitale hulp. En wat denkt u van culinair? Topchefs gebruiken nu al recepten
van IBM en willen die koppelen aan smaakvoorkeuren van de individuele cliënt.
Dus de menukaart verdwijnt of wordt vervangen door een formulier waarop u uw
persoonlijke psychologische type met kenmerken en voorkeuren noteert. Smakelijk
eten!
Het filmpje over jazz-improvisatie en breinscan : www.youtube.com/watch
De film met Harald Cohen en zijn programma AARON: www.youtube.com/watch
Reacties
Een reactie posten